results of this
part of the
research in english
Democratische
burgerschapsvorming
Democratisch burgerschap leren we niet uit een boekje of van een
werkblad, maar door deel te nemen in democratische praktijken. Dit zijn
situaties waarin kinderen en jongeren het democratisch samenleven kunnen
praktiseren. In democratische praktijken herkennen we zoveel als
mogelijk de belangrijkste elementen van democratisch samenleven: omgaan
met diversiteit, de mogelijkheid tot autonome identiteitsontwikkeling,
oordeelsvorming en communicatie, met name dialoog. Het is de opdracht
van de school te zorgen dat kinderen en jongeren in democratische
praktijken kunnen deelnemen.
Filosoferen met kinderen is een activiteit, die in theorie belangrijke
elementen van een democratische praktijk in zich heeft:
-
als we filosoferen zoeken
we het verschil, van mening, van waarden,
-
deze verschillen worden
herkend en gewaardeerd,
-
omdat we daaraan kunnen
groeien, onze identiteit kunnen ontwikkelen,
-
ons denk- en
oordeelsvermogen kunnen scherpen,
-
in dialoog met anderen
-
op basis van
gelijkwaardigheid.
De hoofdvraag van
dit onderzoek is: welke bijdrage levert filosoferen met kinderen aan
democratische burgerschapsvorming? De veronderstelling is dat
filosoferen met kinderen een democratische praktijk is en dat
filosoferen met kinderen daardoor bijdraagt aan democratische
burgerschapsvorming. Het filosoferen in de basisschool zou een groot
aantal kenmerken hebben die het tot een democratische praktijk maken.
Het kenniskringonderzoek heeft zich vooral gericht op de vraag of we die
kenmerken in de praktijk van het filosoferen kunnen waarnemen: is
filosoferen met kinderen inderdaad een democratische praktijk?
Is filosoferen met
kinderen een democratische praktijk?
Filosoferen begint met het stellen van vragen, zeggen filosofen. De
vraag geeft richting aan het gesprek, wie de vraag stelt heeft daarmee
een belangrijke invloed op het proces in een filosofisch onderzoek.
Tijdens de gesprekken worden veel vragen gesteld, maar die worden niet
vooral door de kinderen gesteld. Bij de bezoeken aan de groepen viel me
ook op hoeveel vragen de meeste leraren stellen. De lerarenvragen zijn
vrijwel steeds de vragen die het gesprek richting geven. De pretenties
van de kinderfilosofie zouden een ander beeld veronderstellen: veel
vragen van kinderen. Kennelijk is het voor veel leraren moeilijk tijdens
het filosoferen op dit punt een andere rol in te nemen.
Alle bezochte leraren, en dat heb ik ook zelf waargenomen, van groep 1/2
tot groep 7/8, melden dat kinderen elkaar wel vragen stellen: waarom
vind je dat? Kun je dat bewijzen? Betekent dat dan dat …? Vind je dan
ook dat …? Het zijn deze vragen die het gesprek tot dialoog maken. Op
die manier kleuren de vragen van kinderen wel het gesprek. Toch blijkt
uit de enquête dat lang niet alle kinderen elkaar spontaan vragen
stellen.
De betrokkenheid van de kinderen bij het filosoferen wordt door de
leraren hoog ingeschat, behalve voor de jongste kleuters. De leraren
geven aan hoe moeilijk het is de allerjongsten bij een gesprek te
betrekken.
Iedere groep heeft z’n veelpraters en z’n zwijgers. Zowel de leraren als
de kinderen herkennen het verschijnsel. Een van de leraren schreef in de
toelichting: ‘Aan het begin komen veel kinderen aan het woord bij de
inventarisatie. Daarna wordt het gesprek vaak overgenomen door bekende
gezichten.’ De woordkeuze weerspiegelt enige ontevredenheid. Het is de
vraag of die ontevredenheid op z’n plaats is, als het gaat om de kans
deel te nemen aan het gesprek valt het oordeel van de kinderen duidelijk
hoger uit. Wanneer leraren de methodiek toepassen, waarbij in het begin
van het onderzoek het gesprek vooral in tweetallen of kleine groepen
plaatsvindt, zoals ook de leraar hierboven meldt, zou de deelname in het
begin veel groter moeten zijn. Als daarna het gesprek in de hele groep
voortgaat, wordt het lastiger veel kinderen aan het woord te laten.
De kinderen vinden dat ze naar iedereen even goed luisteren, en dat doen
ze vooral in groep 3/4. De trend in de lerarenenquête, dat kinderen
naarmate ze ouder worden niet meer naar iedereen even goed luisteren,
wordt bevestigd door de uitkomsten in de kinderenquête. Tegelijk vinden
vooral kinderen in groep 7/8 de mening van iedereen even belangrijk.
Ik luister altijd goed
naar wat anderen zeggen, menen de kinderen. Hoewel de leraren iets
zuiniger zijn in hun oordeel, vinden ook zij dat kinderen goed naar
elkaar luisteren, en kinderen proberen ook te begrijpen wat anderen
bedoelen. ‘Dat doen ze om op elkaar te kunnen reageren’, schrijft een
leraar uit een groep 7/8. In groep 1/2 scoort het luisteren wat minder.
Het hangt ervan af, vinden de leraren, of ‘de groep jong is, dan hebben
de kinderen er meer moeite mee.’
Als kinderen dan zo goed naar elkaar luisteren en elkaar proberen te
begrijpen, waaruit blijkt dat dan? Ja, kinderen geven aan dat ze graag
willen weten hoe andere kinderen ergens over denken. Richten de kinderen
zich tot elkaar? Stellen ze elkaar veel vragen? Die items scoren bij de
leraren over het geheel relatief lager. Kinderen richten zich vooral tot
de leraar. Een mogelijke verklaring is dat het vooral de leraar is die
de vragen stelt. Dan richt je je natuurlijk ook tot hem of haar.
Kinderen antwoorden zelf, hun bijdrage aan het gesprek is authentiek en
ze leveren die onafhankelijk van anderen. Kleuters willen nog wel even
eerst naar elkaar kijken en luisteren, maar vanaf groep 3 is dit
voortreffelijk aanwezig.
Kinderen geven argumenten voor hun meningen, en dat doen ze steeds meer
uit zichzelf naarmate ze ouder worden. Moeilijk is het wel om nieuwe
argumenten te bedenken, als je je standpunt moet verdedigen. Als een
ander het niet met je eens is, vinden kinderen dat niet leuk, maar ze
storen zich er niet aan: ‘het geeft niet’. Meningsverschil daar gaat het
tenslotte ook om tijdens het filosoferen. In de praktijk blijkt er
altijd veel verschil van mening te zijn. Dat wordt door de kinderen zeer
gewaardeerd.
Aan het
onderzoek hebben ruim 40 leraren en hun kinderen meegewerkt in:
Almere: Praktijkschool
Assendelft: Octant
Bergen (NH): Mytillschool
Bodegraven: Speel- en Werkhoeve
Boskoop: de Zevensprong
Dordrecht: Statenschool
Heemstede: Icarus
Niebert: De Kring
Oosterhout: Montessorischool
Rotterdam: Het Landje
Willemsoord: Generaal van de Boschschool
terug naar democratie leren door filosoferen